Op 15 november 2019 schreef de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een Kamerbrief in verband met het rapport van de Onderzoekscommissie ‘Langdurig verblijvende vreemdelingen zonder bestendig verblijfsrecht’ (de commissie Van Zwol). De Vereniging Asieladvocaten- en Juristen Nederland (VAJN) en de Specialistenvereniging Migratierechtadvocaten (SVMA) onderschrijven de negatieve reacties hierop van Vluchtelingenwerk en de Orde van Advocaten, en willen het volgende verder benadrukken.
Blijkens de Kamerbrief is de staatssecretaris niet voornemens de aanbeveling van de commissie-Van Zwol om rechtsbijstand aan asielzoekers in de eerste fase van de asielprocedure in stand te laten, over te nemen. In plaats daarvan houdt de staatssecretaris vast aan het regeerakkoord, waarin een draconische beperking van die rechtsbijstand is opgenomen.
De staatsecretaris miskent hiermee dat de asielprocedure integraal is ontworpen, waarbij de rechtsbijstand uitdrukkelijk vanaf aanvang van de procedure een grote rol toebedeeld heeft gekregen. Dit is in het belang van alle ketenpartners. Anders dan wellicht wordt gedacht, neemt de advocatuur de IND werk uit handen. Daarnaast draagt zij bij tot betere en snellere besluitvorming en tot ontlasting van de rechterlijke macht.
De Nederlandse asielprocedure is – zodra de behandeling eenmaal is begonnen – uitzonderlijk snel. Dat die snelheid niettemin meestal niet leidt tot onzorgvuldige besluitvorming is te danken aan het systeem van rechtsbijstand, waardoor asielzoekers weten waar ze aan toe zijn, de relevante punten vertellen, de relevante bewijzen kunnen aandragen en eventuele misverstanden snel kunnen ophelderen.
De Nederlandse asielprocedure wordt door de Commissie Van Zwol omschreven als solide, en staat internationaal bekend als efficiënt en rechtvaardig. De procedure is door Zwitserland recentelijk vrijwel integraal gekopieerd – inclusief volledige rechtsbijstand.
De sinds jaar en dag door advocaten geboden rechtshulp is een belangrijke bouwsteen van deze procedure. Het wegnemen van deze bouwsteen zal uiteindelijk leiden tot langere doorlooptijden, omdat asielzoekers minder goed voorbereid aan de procedure beginnen. Ook leidt het tot slechtere besluitvorming, meer (door de asielzoeker gewonnen) beroepen bij de rechtbanken, meer vervolgprocedures en minder (snelle) terugkeer van afgewezen asielzoekers, wanneer die niet het idee hebben dat ze hun relaas volledig hebben kunnen doen. Kortom: het omgekeerde van wat de regering beoogt en nastreeft.
Door taken over te hevelen van de asieladvocatuur naar de IND, zoals de staatssecretaris kennelijk van plan is, wordt niet alleen de kwaliteit en onafhankelijkheid aangetast, maar lopen de nu al historische wachttijden naar verwachting nog verder op. De IND is momenteel zwaar overbelast en kan geen extra taken aan.
Nu het recht om zich te laten bijstaan door een advocaat is geborgd in Europese regelgeving, zal de maatregel voorts leiden tot een tweedeling: asielzoekers met geld kunnen hun eigen advocaat betalen, terwijl de meerderheid van de asielzoekers niet de middelen heeft voor een uitgebreide voorbereiding en bijstand door een onafhankelijk expert.
Het schrappen van de rechtsbijstand zoals de staatssecretaris dat beoogt zal tot gevolg hebben dat de meeste asielzoekers straks geen advocaat meer spreken totdat het dossier compleet is en het voornemen tot afwijzing van de asielaanvraag is uitgebracht. Dit is problematisch, omdat een aanzienlijk deel van de asielzoekers zonder die rechtsbijstand niet in staat zal zijn om hun asielrelaas deugdelijk en volledig voor het voetlicht te brengen. Zij hebben maar één kans om hun verhaal te vertellen, namelijk bij het nader gehoor. Rechtsbijstand na het voornemen, waarin nog wel wordt voorzien, is te weinig en te laat.
Onlangs oordeelde de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State:
Met name voor vreemdelingen is het krijgen van rechtsbijstand als bedoeld in artikel 20 van de Procedurerichtlijn onlosmakelijk verbonden met de toegang tot een daadwerkelijk rechtsmiddel, omdat zij in de meeste gevallen de taal van de lidstaat niet spreken en onbekend zijn met het rechtssysteem.
We roepen hierbij op deze maatregel niet in te voeren, opdat de kwaliteit van onze asielprocedure solide blijft. Een snelle én rechtvaardige procedure is immers een gedeeld belang van asielzoekers en de Nederlandse overheid.
Geef een antwoord
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.